Over het misverstand dat dialoog beperkt blijft tot een vriendelijk en beleefd gesprek
Het woord dialoog wordt vaak verkeerd begrepen. Onlangs werkte ik in Minsk, Belarus, waar de mensen het werk met systeemopstellingen, dialoog en dialoogcirkels enthousiast ontvangen. Vooral in dit politieke en historische klimaat, waar communicatie vaak een autoritair en daardoor gewelddadig aspect in zich droeg en draagt, bestaat een grote interesse in nieuwe vormen van communicatie, in andere manieren om met elkaar om te leren gaan. Ik merkte vooral hier dat dialoog veelal geïnterpreteerd wordt als ‘vriendelijk’, ‘beleefd naar elkaar luisteren’, als een zachte manier om met elkaar om te gaan, in de hoop dat niemand gekwetst wordt of zich buitengesloten voelt. Verbaasd reageerde men als ik ze uitnodigde werkelijk ook datgene mee te delen, wat misschien niet makkelijk is om te zeggen, omdat het wellicht iemand anders voor de borst zou kunnen stoten.
Hoewel we daar in onze West-Europese socialisering waarschijnlijk minder last van hebben, kom ik het hetzelfde misverstand toch vaak tegen, vooral bij mensen die nog weinig ervaring met dialoog hebben. Dialoog wordt snel geassocieerd met praten, praten en nog eens praten, iedereen respecterend, polderend tot we erbij neervallen, invoelend in het standpunt van de ander… Niet alleen maar positief dus, maar geassocieerd met een eindeloos en vaak ook frustrerend proces, dat vaak nergens toe lijkt te leiden.
Daar gaat het in werkelijkheid echter niet over. In dialoog wordt zichtbaar hoe we allemaal verschillend denken. We scheppen ruimte om al die verschillen zichtbaar en hoorbaar te maken, om ernaar te kunnen luisteren, en tegelijkertijd om onze eigen diepste waarheid tot uitdrukking te brengen. In dialoog gaat het er om, dat we als mensen waarnemen, dat ons denken onze werkelijkheid fragmenteert, dat we in het luisteren naar elkaar het grotere perspectief, waarin elke zichtwijze een aspect vertegenwoordigt, weer gaan waarnemen.
Juist in dialoog, waarin we zoveel van anderen horen, stelt zich de vraag, waar ik zelf sta, wat mijn eigen waarneming is en hoe ik die tot uitdrukking kan brengen. Soms is dat confronterend, soms schuurt het met wat anderen zeggen, soms doet het pijn. Dan betekent dialoog, dat we de tijd nemen om dat alles er te laten zijn, dat we er niet voor weglopen, maar erbij blijven, aandachtig en respectvol. We oefenen ons, om niet direct op alles te reageren, maar het er gewoon te laten zijn. We onderzoeken wat dingen met ons doen, en oefenen om daar wellicht iets over mee te delen, zonder datgene wat de ander zegt te veroordelen. We vertrouwen erop, dat, als we daar ruimte voor maken en tijd voor nemen, er iets nieuws zichtbaar en mogelijk wordt, vanuit de verbinding die we op dat moment met elkaar creëren.
Dat is echt een hele lastige oefening, die verder gaat dan alleen maar zachtheid, harmonie, beleefdheid en vriendelijkheid. Juist in het open zijn voor andere visies, meningen, standpunten en ervaring, wordt het des te belangrijker dat we onze eigen plek innemen, in contact zijn met wie we zijn, en wat onze eigen waarheid is, onze grenzen waarnemen en die tot uitdrukking brengen, zonder ons af te sluiten voor de mening van de ander. Daarom citeer ik hier graag een uitspraak van eenvan onze deelnemers, die ooit zei:
‘Dialoog is niet voor watjes’
Want aanwezig blijven met hart en ziel én de moed hebben zich te laten zien, ook als het lastig wordt, heeft de hele mens nodig, in al zijn oprechte eerlijkheid.
Eelco de Geus
8.11.2018
Wenen